Het lijkt steeds heftiger te worden met de terroristische aanslagen in Europa. Gisteren werd Londen er nog door opgeschrikt, precies een jaar na de bomaanslagen in Brussel. In 2015 kreeg Parijs tot twee keer toe te maken met terroristen en vorige zomer reed er nog een vrachtwagen in op voetgangers in Nice. Toch heeft Europa het weleens zwaarder te verduren gehad. 

Femke Visser

Voornamelijk in de jaren ’70 en ’80 had Europa veel te maken met terrorisme. Zo heerste er in Nederland een grote angst voor geradicaliseerde Molukkers. Zij voelde zich bedrogen nadat Nederland hen een eigen Zuid-Molukse staat had beloofd. Alleen al in het jaar 1977 had Nederland te maken met zes aanslagen. Zo gijzelde vier Molukse jongeren op 23 mei 110 mensen op een school in Bovensmilde. Ze dreigden een granaat in de menigte te gooien als de regering weigerde 21 Zuid-Molukse gevangenen vrij te laten. Op diezelfde dag werd er door een andere groep Molukkers in Nederland een trein gekaapt met 54 passagiers. Hierbij vielen zes doden. Anderhalf jaar eerder was er zo’n zelfde kaping in Wijster waarbij drie mensen werden geëxecuteerd.

Ook in Groot-Brittanië liepen de spanningen hoog op. Hier hadden ze te maken met de Irish Republican Army (IRA). Zij wilden af van de onderdrukkende Britse regering. De IRA probeerde door middel van geweld en aanslagen de Britse regering het besturen onmogelijk te maken en op die manier een onafhankelijke Ierse republiek te stichten. Onder andere door bomaanslagen op cafés waar behalve militairen ook gewone burgers een biertje dronken, kon het aantal slachtoffers per aanslag wel oplopen tot 50 of 60 mensen. De IRA pleegde in 1988 ook een aanslag in Nederland, hierbij vielen vier doden.

In de jaren ’70 en ’80 was bijna geen enkel Europees land veilig voor terroristische aanslagen en groeperingen. In Spanje had je nog de ETA, in Duitsland zaaide de RAF terreur, Frankrijk had te maken met het Nationale Bevrijdingsfront van Corsica en in Italië zorgde de Rode Brigade voor angst onder de bevolking.

Zoals je in de bovenstaande tabel kan zien, lag het aantal dodelijke slachtoffers in de jaren ’70 en ’80 een stuk hoger dan de afgelopen jaren. Het hoogtepunt was 1988, met 440 doden. Een groot verschil tussen de dreigingen van toen en nu is dat de aanvallen zich toen vooral concentreerde op bepaalde gebieden. De terroristen hadden vaak maar één doel in één land. Terroristische groeperingen van nu, voornamelijk IS, zorgen voor een veel bredere en minder te voorspellen dreiging. Zij proberen namelijk vooral angst te zaaien. Zo zijn er nu meer aanslagen die gericht zijn op burgers, terwijl het vorige eeuw vaker om politieke doelwitten ging.