Er komen steeds meer studenten die een lichamelijke of verstandelijke beperking hebben, maar de begeleiding van deze groep is nog altijd niet geweldig te noemen. Dit blijkt uit een rapport van het C.H.O.I. (Centrum Hoger Onderwijs Informatie). Hoe kunnen we ervoor zorgen dat deze studenten zonder problemen van hun studententijd kunnen genieten?

Ruim 27.000 van de huidige studenten heeft te maken met een zogenoemde functiebeperking. Hierbij moet je denken aan een psychische handicap waar mensen mee geboren worden, zoals een vorm van autisme, ADHD of dyslexie, of een lichamelijke beperking, zoals mensen die in een rolstoel zitten. Zij hebben extra begeleiding nodig tijdens hun studie, maar die begeleiding geven de studenten zelf slechts een 6,2.

moeite-met-leren

Studenten met een beperking zouden meer flexibiliteit vanuit school moeten krijgen, aldus Marian de Groot.

Marian de Groot, directrice van handicap+studie, zegt tegen TMI dat een groot punt waar veel studenten tegenaan lopen is dat de opleidingen niet genoeg mee willen of kunnen bewegen: “Je moet je voorstellen dat de weg naar een diploma voor deze studenten moeilijker is dan voor de gemiddelde student. Als er dan geopperd wordt om op een andere manier de stof op te nemen en dus punten binnen te halen, moet er eerst vaak toestemming gevraagd worden aan een examencommissie, maar die is niet snel geneigd toestemming te geven om van het gewone pad af te wijken.” Een specifieker voorbeeld: “Presenteren lijkt voor iedereen heel simpel: even voor de klas gaan staan en je praatje houden. Maar voor sommige mensen is dit een enorm obstakel. Waarom zouden deze studenten niet dezelfde stof in een powerpoint of een mooi filmpje kunnen laten zien?”

Beperkingen kunnen er zelfs voor zorgen dat iemand afhaakt tijdens een studie, of er zelfs helemaal niet aan begínt. De Groot: “Ik hoorde vanochtend toevallig een verhaal over een jongen die naar de universiteit wilde en zelfs al was aangenomen, maar omdat het gebouw niet toegankelijk is voor rolstoelen, is hij uiteindelijk toch maar een HBO gaan doen.”

De Groot stelt wel dat het niet allemaal onwil is van de scholen en docenten. “Die universiteiten zitten vaak in oude gebouwen in de binnenstad, die pas je niet zo makkelijk aan. De studenten geven ook aan dat de docenten vaak wel begrip tonen voor hun situatie, maar gewoon niet zo goed weten hoe ze er mee om moeten gaan. Ik ben er zelf dan ook een voorstander van om ook de docenten te begeleiden en training hierin te geven, dan pas kunnen zij zich hierin gaan verbeteren.”