Mensen die niks met schaatsen hebben zullen slechts 1 schaatser kunnen opnoemen: Sven Kramer. De specialist op de 10 kilometer won jarenlang alles wat er te winnen viel – behalve de befaamde 10 kilometer op de Olympische Spelen van 2010. Je weet wel, toen hij de verkeerde baan nam. Maar langzaam verandert het beeld wat mensen van schaatsen hebben: ook op de korte afstanden worden de Nederlandse mannen goed. Dat lieten ze zondag ook weer zien.

Brian Vesseur

De 500 en de 1000 meter zijn niet meer van de Aziaten. Jarenlang domineerden de Japanners en de Zuid-Koreanen op de snelle afstanden. Bijvoorbeeld in 2010, toen er 2 Zuid-Koreanen en een Japanner op het podium stonden bij het WK sprint. Afgelopen weekend was er weer een WK sprint, in het Canadese Calgary. Bij de snelste 4 zaten dit jaar 3 Nederlanders. Een ongelofelijke prestatie.

Records, records & records
Op de eerste plek eindigde de 22-jarige Kai Verbij. De jonge sprinter – met Japanse roots, dat dan weer wel – reed daarvoor 2 keer een 500 meter en 2 keer een 1000 meter. De Noorse Havard Lorentzen greep net naast het goud. Op plek 3 eindigde Kjeld Nuis, een specialist op de 1000 meter. Hij reed in Canada slechts 9 honderdste boven het wereldrecord. Ronald Mulder eindigde net naast het podium, ondanks 2 eerste plekken op de 500 meter. Ook hij reed geweldig, door maar 1/10e van een seconde boven het wereldrecord te rijden.

Toch zijn er wereldrecords verbroken! Niet degene waar je op hoopt (de 500 en de 1000 meter), maar ook deze zijn niet onverdienstelijk. Ronald Mulder reed de snelste 2×500 meter ooit, in een totale tijd van 68,26 seconden. Verbij reed de snelste vierkamp (2x500m, 2x1000m) ooit en verbrak daarmee ook een wereldrecord. Mulder reed met zijn snelle 500m ook het Nederlands record, net als Nuis op de 1000m.