Nadat een zelfrijdende auto van Uber in Amerika betrokken raakte bij een verkeersongeluk, is het vertrouwen in zelfrijdend vervoer gedaald. Toch kondigde ProRail vorige week aan dat zij eind dit jaar tests gaan uitvoeren met autonoom rijdende passagierstreinen. “Een uniek project”, zegt John Stoop van de TU Delft.

Femke Visser

Vorige week zaterdag raakte een zelfrijdende auto van Uber op zijn kant na een botsing in de Amerikaanse stad Tempe, Arizona. Ondanks dat het ongeluk waarschijnlijk niet door de Uber auto werd veroorzaakt, sloeg direct de twijfel over zelfrijdend vervoer toe. Uit een onderzoek van Delloitte blijkt zelfs dat bijna driekwart van de Amerikanen zichzelf niet in een zelfrijdende auto ziet rondcruisen. 68% zegt het wel te willen overwegen als er bewijs is dat er langere tijd geen ongelukken zijn gebeurd met autonome auto’s.

Auto’s zijn niet de eerste zelfrijdende vervoersmiddelen. In onder andere Londen en Parijs wordt gebruik gemaakt van zelfrijdende metro’s. Omdat zij ondergronds rijden en daardoor weinig last hebben van omgevingsfactoren zijn deze relatief veilig. Veiligheidsdeskundige John Stoop van de TU Delft: “Deze tests met passagierstreinen zijn uniek. Wel heb je al een volledig zelfrijdende metro in Lille en rijden er op vliegvelden tegenwoordig ook zelfrijdende pendelbusjes of treintjes.”

Voor treinen ligt het punt veiligheid lastiger. Omdat treinen over het algemeen buiten rijden moet er rekening worden gehouden met externe omstandigheden, zoals het weer en andere weggebruikers. Toch is de mogelijkheid er zeker dat we over een aantal jaar in een zelfrijdende trein zitten. Zo zei planning- en transportdeskundige Rob Goverde (TU Delft) tegen het AD: “Als er nu iets gebeurt, duurt het ook even voor de machinist de trein tot stilstand heeft gebracht. In metro’s worden al systemen gebruikt die algoritmes berekenen en zich richten op energiezuinig rijden, door bijvoorbeeld een trein uit te laten rollen voor het een station bereikt.’’

John Stoop heeft echter nog twijfels: “Op technisch gebied zijn er veel mogelijkheden voor zelfrijdend vervoer. Toch is er nog geen concreet bewijs dat dit helemaal veilig is. Voor zelfrijdende treinen worden algoritmes ontwikkeld die reageren op de omstandigheden waar de trein zich in bevindt. Ingeblikte software noemen wij dat ook wel, want een machinist kan nog steeds beter reageren op volledig onverwachte situaties dan een computer.”

In Nederland worden er al langer tests gedaan met zelfrijdend vervoer. Zo kan je in Gelderland al sinds november 2015 gebruik maken van de WEPod busjes, die je van station Ede-Wageningen naar de Wageningen Universiteit brengen. Dit zijn de eerste zelfstandig rijdende vervoersmiddelen op de Nederlandse weg.

Eind vorig jaar presenteerde staatssecretaris Sharon Dijksma (Infrastructuur en Milieu) nog een plan waarin beschreven stond hoe de Nederlandse infrastructuur er over 25 jaar uit zal komen te zien. In het plan, Toekomstbeeld Openbaar Vervoer 2040, werd op autonoom gebied vooral gekeken naar zelfrijdende auto’s en (pendel)busjes. Ook wordt er in het plan gekeken naar duurzaamheid en veiligheid in combinatie met het openbaar vervoer. Zo gaan NS en ProRail volgens het plan dit jaar 100% groene energie gebruiken en moeten nieuwe bussen in Nederland volledig uitstootvrij gaan rijden.

Wanneer en waar de tests met treinen precies zullen plaatsvinden is nog niet helemaal duidelijk. Er is nagedacht om de Betuweroute te gebruiken, die van Rotterdam naar de Duitse grens loopt, maar ook Groningen heeft aangegeven dat ze interesse hebben om als testtraject te dienen. De testritten zullen nog onder toeziend oog van een machinist worden uitgevoerd voor het geval er iets mis gaat.