Jehova’s, als je het hoort denk je waarschijnlijk aan de mensen die aan je deur komen om je te bekeren tot hun geloof. En dat doen ze ook! Maar hoe ziet de jeugd eruit van iemand die opgroeit in een gezin met Jehova getuigen? 

Julia Bartelink

Guido (40 jaar)

De jeugd van Guido

Guido is opgegroeid in een JG (Jehova’s getuigen) gezin. Guido heeft een redelijk gelukkige jeugd gehad, aangezien hij lieve ouders en broers heeft. Wel moest hij vanaf jongs af aan mee langs de deuren. “Wat ik me daar vooral van kan herinneren is dat ik altijd half bevroren tenen had.” Over onderwerpen als seks en evolutie werd bij Guido thuis niet gepraat. Wanneer hier wel over gepraat werd ging dit aan de hand van bijvoorbeeld de Bijbel. De antwoorden die daarin stonden riepen een schuldgevoel op en waren niet bevrediging voor Guido, waardoor hij de vragen uit de weg ging. “Op die manier bouw je uiteraard geen band op met je ouders” vertelt Guido.

In de jeugd van Guido zag hij dat er veel verschillen waren tussen hem en andere jongeren. Bij verjaardagen, kerst- en Sinterklaasvieringen deed hij niet mee. Ook mocht hij niet naar een (sport)vereniging of mee met schoolreisjes, dan had Guido namelijk onnodig contact met ongelovigen. Uitgaan en naar schoolfeesten zat er ook niet in voor Guido. “Het Jehova getuige zijn voelde op een gegeven moment als een gevangenis.” Op seksualiteit rust bij de JG wereld een groot taboe. Het heeft dan ook lang geduurd voordat hij zonder schuldgevoel seks kon hebben. “Hetzelfde gold voor iets doodnormaals als masturbatie.”

Satansaanbidder

“Bij mij thuis was het geen optie om weg te gaan bij de JG. Weggaan bij de JG wordt gezien als ervoor kiezen om een Satansaanbidder te zijn. Toen Guido 16 was stapte hij uit het geloof (het geloof wordt bij de JG “in de waarheid zijn” genoemd). “De directe aanleiding van mijn vertrek was dat ik zoenend met een meisje in het park werd betrapt door mijn vader.”

 Toen kreeg hij de keuze om met het meisje mee te gaan en uit huis gezette worden of om mee terug naar huis te gaan. Guido koos ervoor om met het meisje mee te gaan. Toen Guido 25 was is hij weer heel even teruggegaan naar de JG. Dit omdat hij bang was voor de Armageddon (het einde van de wereld wat volgens de Jehovah’s nabij is en alleen zij overleven).

Toen hij weer bij de JG wegging ontdekte Guido dat in veel publicaties van JG citaten stonden die onwaar zijn of uit hun verband zijn gerukt. Ook ontdekte hij dat de JG’s miljoenen euro’s betaalden en nog moesten betalen vanwege seksueel misbruik van kinderen door oudere JG’s. “Elke doctrine die ik daarna onderzocht bleek onwaar en makkelijk te weerleggen.” Hij besefte dat hij slachtoffer was van een sekte en zijn hele leven lang voor de gek was gehouden.

“Ik voel iedere dag de pijn van dat mijn familie geen contact meer wil, van de verloren jaren, het nutteloze schuldgevoel. Maar alles beter dan om die reden bij een groep blijven en voorbijgaan aan je eigen gedachten en gevoelens. Tegen jongeren die er in zitten zou ik willen zeggen, wij (de ex-Jehova’s getuigen) houden van jullie en staan voor jullie klaar om je op te vangen met raad en daad als je ook uit wilt stappen. “

Benjamin (38 jaar)

De jeugd van Benjamin

Benjamin is opgegroeid in een gezin met een vader, een moeder en twee kinderen. “Mijn ouders hebben mij opgevoed op de manier die hen het beste leek. Daar ben je het als kind soms wel, maar soms ook niet mee eens.” Wat Benjamin betreft heeft hij een hele normale jeugd gehad. Hij ging alleen op twee doordeweekse avonden samen met zijn ouders naar de Koninkrijkszaal. Dat is de plaats waar Jehova’s getuigen vergaderen. Bij de JG heten het vergaderingen in plaats van kerkdiensten. Op zaterdagochtend ging hij met zijn ouderes mee van huis-tot-huis om te prediken over God en het paradijs.

Op school werd Benjamin nooit uitgenodigd voor verjaardagen, die vieren JG’s namelijk niet. Dit vond hij niet erg omdat sowieso nooit de hele klas uitgenodigd werd voor de verjaardagsfeestjes. Andere kinderen trakteerden in de klas tijdens hun verjaardag en Benjamin deed dat tijdens de trouwdag van zijn ouders. “Het was in principe hetzelfde alleen dan op een andere datum dan de rest.” Zijn ouders legden alles aan hem uit en gaven hem alternatieven. Wanneer de klas een zwarte piet ging knutselen, knutselde Benjamin een oude opa. “Toen de hele klas een kerststukje ging bloemschikken met een kaars en dennentakken ging ik een bloemstukje bloemschikken met mooie snijbloemen. De klas ging in optocht naar het bejaardentehuis om het kerststuk af te geven en ik ging mee en gaf mijn stukje aan een oude zuster van Jehovah’s Getuigen die daar woonde.”

Doping

Toen Benjamin 17 jaar oud was koos hij ervoor om gedoopt te worden. Van jongs af aan was hij opgevoed met de Bijbel maar naarmate hij ouder werd zorgden zijn ouders ervoor dat hij meer zelf over de Bijbel en het geloof ging nadenken. Hij praatte er veel over met zijn vader zodat hij zijn mening in zijn eigen woorden kon vertellen. Op den duur lieten zijn ouders hem zelf opzoeken hoe dingen zaten. “En dan valt op een gegeven moment het kwartje. Je gaat begrijpen wat de boodschap van de Bijbel is.” Toen Benjamin aan zijn ouders vertelde dat hij gedoopt wilden worden waren zij blij. Voordat je gedoopt wordt bij de JG’s ga je eerst in gesprek met verschillende ouderlingen zodat zij zeker weten dat je het zelf wil en dat je weet wat de basisleerstellingen zijn.

Op het moment dat je aangeeft je te willen laten dopen wordt je ook gevraagd of je het persoonlijk eens bent met de leerstellingen van Jehovah’s Getuigen en of je je daar aan wilt houden. Zo’n zelfde vraag wordt ook nog eens gesteld tijdens de doopplechtigheid. “Je weet dus heel goed waar je aan begint. Als je dan op een later moment besluit dat je toch niet meer wilt en je gaat dan dingen doen die in strijd zijn met de Bijbel dan weet je ook dat daar consequenties bij horen en dat als je bij je besluit blijft je niet langer één van Jehovah’s getuigen kan zijn. Ook dat gebeurt helaas soms.”

Personen die dingen doen waar wij het vanuit de Bijbel niet mee eens zijn en dus doelbewust er tegen in gaan zijn niet langer mijn vrienden. Daar wil ik geen omgang meer hebben tot dat ze stoppen met die dingen te doen. Als ze weer naar God willen luisteren dan zijn ze natuurlijk altijd van harte welkom om terug te komen. Gelukkig gebeurt dat ook en dat is echt een heel fijn moment!

Benjamin vindt dat iedereen recht heeft op een eigen mening. Dat geldt voor bijvoorbeeld Christenen, Moslims, Hindoes en ook voor atheïsten. Benjamin is het niet eens met atheïsten aangezien hij zelf wel gelovig is. Wanneer Benjamin langs de deuren gaat tijdens het huis-tot-huis werk ontmoet hij mensen die allerlei verschillende meningen hebben. “Als ze willen praten, dan vind ik dat leuk en doe ik dat op een respectvolle manier. Ik denk dat ik kan uitleggen waarom ik geloof, wat ik geloof.” Wanneer mensen niet met hem willen praten gaat hij weer weg, dat vindt hij geen probleem. Even goede vrienden.