Komt jouw examenuitslag vandaag ook binnen? Hartstikke spannend, natuurlijk, want voor het grootste deel van de scholieren betekent dit dat ze volgend jaar iets totaal nieuws gaan doen; mbo, hbo of universiteit. Voor iedereen reden voor een feestje, maar voor de leerlingen die zometeen hun vmbo-diploma in ontvangst nemen, is het vaak ook een beetje dubbel. “Ik vind het triest om te zien hoe schaamtevol mensen naar zichzelf kijken”, vertelt Annemarie van Rooijen, docent op MBO Utrecht.

Indra Jager

Er heerst veel schaamte rondom het doen van mbo, terwijl ruim een half miljoen jongeren een mbo-opleiding volgt en ongeveer de helft van de beroepsbevolking een mbo-diploma heeft gehaald, aldus Dictatief Online. Volgens Annemarie komt het minderwaardigheidsgevoel voort uit de manier waarop er verschil wordt gemaakt tussen de verschillende niveaus op het beroepsonderwijs.

Het begint al met de termen ‘student’ en ‘scholier’. “Officieel spreken wij op het mbo ook over studenten, maar ik betrap mezelf er ook vaak op dat ik ‘leerlingen’ zeg. Voor mijn gevoel heeft het te maken met de mate van zelfstandigheid die je van een scholier kunt verwachten; leerlingen hebben nog niet zoveel verantwoordelijkheidsgevoel terwijl studenten écht komen om te studeren.”

Ontwikkeling

“Dat kroegen moeilijk doen over een mbo- in plaats van studentenkaart vind ik wel flauw”, zegt ze, want ook daar wordt er vaak een verschil gemaakt tussen de scholieren van verschillende niveaus. “Aan de ene kant snap ik het wel: elke zichzelf respecterende horecagelegenheid wil natuurlijk geen pubers in zijn tent, maar aan de andere kant maak je ook daarmee weer onderscheid. Studeren betekent dat je in ontwikkeling staat en dat staan mbo’ers óók.”

Maar qua structuur zit er wel een degelijk verschil tussen mbo en hbo. “Mbo is geen voortgezet onderwijs, want het is beroepsonderwijs, maar het is ook geen studentenonderwijs. Dat snap ik wel, want qua leeftijd en de hele structuur vallen we nog wel onder voortgezet onderwijs; we hebben met leerplicht, onderwijsinspectie en verplichte urennormen te maken. Dus eigenlijk alles op het mbo is vergelijkbaar met het voorgezet onderwijs, alleen komen mensen hier omdat ze er voor kiezen. Dat is weer vergelijkbaar met het hbo of de universiteit.”

Competitie

Dat er zo’n verschil wordt gemaakt tussen mbo-, hbo- of universiteitsniveau komt volgens Annemarie niet zozeer door de structuur van de opleidingen, maar door de manier waarop er over wordt gesproken. “Het zit al in de woorden: hoger, middelbaar, lager onderwijs. Daar zit al een waardering in, want hoger is altijd beter. Je kan wel zeggen dat hoger onderwijs niet beter is, maar dan spreek je jezelf tegen in je woordkeuze.”
“In Nederland zijn we misschien nog niet zo competitief als in Amerika, maar toch zit het er ook hier wel heel sterk in; hoe hoger, hoe beter. Dat heeft natuurlijk ook te maken met je succeskansen en aangezien de arbeidsmarkt overbezet is en hbo’ers steeds vaker werk van mbo’ers overnemen, is het logisch dat men denkt: ik gun mijn kind het beste.”

Status

Ook heeft het vaak te maken met status. “Kinderen denken dat ze hun ouders teleurstellen, want bijvoorbeeld handwerk krijgt vaak niet de waardering die het verdient. Tenzij je kunstenaar bent, natuurlijk. Terwijl een meubelmaker die prachtig handwerk maakt of een boswachter of een loodgieter ook heel veel lof verdient.”
“Toch zie ik vaak dat leerlingen die naar het hbo gaan niet meer zeggen dat ze van het mbo komen. Ze verwijderen het bijvoorbeeld van Facebook. Zo houden ze het natuurlijk zelf in stand.”

Hoger en lager

“Mijn dochter deed gymnasium met twee vingers in haar neus, maar daar hoeft ze echt niet trotser op te zijn dan hardwerkende leerlingen bij mij in de klas. Ik heb zelf ook vmbo en mavo gedaan voordat ik mijn studie Humanistiek op de universiteit afrondde en ik wil vmbo’ers en mbo’ers daarom ook op het hart drukken dat ze niet dom zijn. Je moet kiezen, maar je keuzemogelijkheden heb je niet voor het zeggen. Het feit dat je op het mbo zit, is niet interessant, wat je ervan maakt wél.”
Onderwijs moet volgens haar gaan om wat past, wat je nodig hebt en hoe je een volgende belangrijke stap kunt zetten. “En daarin moet je proberen alle begrippen van hoger en lager weg te laten, omdat er dan een verkeerd soort waardering in sluipt. Geen afstromen, opstromen, hoger- en lageronderwijs meer. Maak je keuzes omdat jíj daar gelukkig van wordt.”